Een veilige haven voor iedereen

Een veilig thuis. Waar kunnen we dat nog vinden?
Dat vroeg ik me vandaag sterk af.
Ik zag beelden op televisie en raakte verdwaasd.
Alsof ik er geen onderdeel van was.
De afstand tussen mij en het beeldscherm.
De aan- en uitknop op de afstandsbediening.
Alsof het *ploef* uitgezet kon worden. Weg.
Maar zo werkt het niet.

Een veilig thuis is een goede basis.
Kunnen we die vinden in onszelf?
Het biedt geen garantie voor ons leven.

Angst zaaien. Dat is het ultieme middel waarmee je de mensheid onrustig kan maken.
Waarmee je polarisatie kan creëren.
Waarmee je de puzzelstukjes door elkaar gooit. In de war brengt.
Zodat je niet meer weet: waar pas ik ook al weer?
Het geheel is weg.
Het voorbeeld zoekgeraakt.
Nieuwe voorbeelden dienen zich aan.
Zo kan het en zo kan het.
Mensen volgen hun gevoel.

Wat maakt ons compleet?
Veiligheid.
Weten hier hoor ik.
Ik hoop dat we zo’n thuis kunnen vormen.
Voor ieder mens.
Welke afkomst dan ook.
Dat we de wereld kunnen zien als van ons samen.
Dat we tot elkaar komen.
Zonder het beeldscherm.
Maar in gesprek.

Een veilige haven
Voor iedereen.

Helderblauw en warm oranje

Helderblauwe luchten. Ik kan er zo blij van worden.
Dat je ondanks de kou, de warmte voelt van de oranje herstbladeren in contrast met het helderblauwe eromheen. Dat is toch wel weer het mooie van deze tijd van het jaar, waarin mijn winterdipjes-gevoeligheid de kop opsteekt.
Dus ik zou zeggen, stap vandaag eens naar buiten en geniet ook van de mooie kleuren.
Toch een stuk leuker dan het staren naar je beeldscherm.

Oordelen is makkelijker dan denken

“Thinking is difficult, that’s why most people judge.”
(Carl Jung)

Deze quote kwam ik net tegen op Pinterest.
Ik vond het wel de moeite waard om hem te delen, want het is gewoon waar.
Mensen oordelen gauw, omdat het makkelijk is.
Ik merk het ook bij mezelf dat ik soms al een oordeel heb gegeven en er achteraf over nadenk en tot andere standpunten kom. Het is niet erg als dat af en toe gebeurt.

Bovendien: teveel nadenken is ook niet altijd bevorderlijk kan ik wel zeggen.
Toch denk ik dat je door een beetje nadenken, bewuster bent van de manier waarop je alles interpreteert en dus waar jouw oordelen vandaan komen en of die gegrond zijn.

Hmm misschien een beetje een vaag verhaal dit.
Ik denk er nog maar eens over na, zoals mijn vroegere held ook altijd deed:

Voorbeeld

Aan wie nemen we het voorbeeld in ons leven? Onze ouders? Grote goeroes? En wat spreekt ons dan zo aan in die mensen?

Deze week had ik een diepgaand persoonlijk gesprek met iemand. We kwamen er achter dat we beide kampen met onze ambities. Dat zijn er soms net teveel. Hoe moeilijk is het dan om voor jezelf te bepalen voor welke ambitie je gaat, als je meerdere dingen in gelijke mate interessant vindt? Oplossing: dan alles maar tegelijkertijd. Met als gevolg: tegen jezelf aanlopen.

Dit meisje liep ook tegen zichzelf aan en deed even een stapje terug met haar studie. Ze vertelde mij een verhaal over iemand die zij kende.

Diegene was na zijn opleiding (of na het stoppen met een opleiding) zich helemaal gaan richten op zijn creatieve ambitie. Hij was gaan werken in een organisatie waar hij zijn ei kwijt kon, maar waar hij absoluut niet zoveel geld verdiende dat hij daarvan kon leven. Daarom was hij er maar een schoonmaakbaantje bij gaan doen, zodat hij toch nog onderdak en brood kon betalen.

“Hij ziet er erg gelukkig uit!” zei het meisje “, en dat geeft mij hoop en geruststelling.” Ook al hik je soms tegen het afronden van je opleiding aan, omdat je bang bent voor dat wat er na komt. Omdat je bang bent dat je opleiding je toekomst bepaalt. Of omdat je bang bent voor de grootse verwachtingen van anderen dat je na je opleiding waar gaat maken waar je voor geleerd hebt. Dan ineens weet je: dat is niet zo. Als je een universitaire studie hebt gedaan, moet je niet op universitair niveau werk doen. Dat is ambitieus, maar misschien is het wel net zo ambitieus na je opleiding te doen waar je gelukkig van wordt. Dat hoeft niet het hoogste van het hoogste te zijn.

Stel je zit nu even in een dip. Je studie lukt niet meer en je bent gestopt. Word dan niet moedeloos van al die mensen die het grote najagen en dat bereiken. Het geluk is soms dichter bij dan je denkt. Het is de kunst mensen in je omgeving te vinden die dat voorbeeld voor je kunnen zijn. Mensen die gelukkig zijn met wat ze doen.

Het enige dat je daarvoor moet doen is: je open ogen houden en mooie persoonlijke gesprekken voeren met verschillende mensen.

Het komt goed, zo niet dan toch! (Multatuli)

Nietsdoen

Veel willen en veel kunnen. Dat is mooi, maar ook beangstigend, want: het kan niet allemaal tegelijk en wat kies je dan? En even niets willen en niets kunnen, mag dat ook nog? Of ben je dan niemand. Niemand zijn is niet wat we willen, dus doen we alles maar een beetje.

Ik generaliseer, maar ik denk dat sommigen van ons zich hierin kunnen herkennen.
Er zijn zoveel mogelijkheden.

Vanavond was ik bij een lezing van Joost de Vries over ‘volwassen worden of niet?’ Na de lezing ontstond een discussie in de zaal.

De vele mogelijkheden hebben verschillende effecten op onze generatie. Enerzijds kun je hierdoor het gevoel krijgen alles te moeten willen doen of in ieder geval altijd druk bezig te moeten zijn met iets, want er is immers zoveel mogelijk, dus waarom zou je niets doen?
Anderzijds kunnen de eindeloze mogelijkheden je verlammen en leiden tot nietsdoen, want wat moet je kiezen? Wat is de beste keuze?

We willen terug naar onze jeugd waarin de keuzes misschien meer voor ons gemaakt werden. Waarin we nog niet de verantwoordelijkheid hoefden te dragen voor ons eigen bestaan. Want dat is toch volwassenheid? De verantwoordelijkheid nemen voor dingen.

Ik merk dat ik ook van die momenten heb, dat ik het liefste in mijn bed blijf liggen en mijn hoofd onder mijn kussen stop. Even een dag geen input. Even geen prikkels en keuzes waar ik me voor moet verantwoorden. Weglopen voor verantwoordelijkheid over je eigen bestaan, want wie wil er verantwoordelijk zijn voor nietsdoen?

Toch is het heel belangrijk af en toe niets te doen. Of een mooi aanbod af te slaan, omdat je even niets wilt. Een mens heeft ook tijd nodig om zich op te laden. Nieuwe energie. Met die nieuwe energie, komt de ambitie weer. Dan weet je weer: ja daar wil ik voor gaan en zie daar: de vrijheid, de mogelijkheden.

Die vrijdagen voor de vrije dagen

Vrijdagen.
Het einde van de week.
Weekend in zicht.
Vandaag was het mooi weer.
Terrasjes zitten vol in de stad.
Je moet oppassen dat je niet omver gereden wordt door een fietser of brommer. Mijn fiets heeft ook zijn beste tijd gehad, met piepende remmen kwam ik tot stilstand bij het zebrapad en ja hoor, sta je net stil, kijkt zo’n man je aan en blijft hij staan, zo van: fiets maar door hoor. Ik moest wel even grinniken toen ik verder fietste.

Maar drukte dus. Alsof iedereen de vreugde heeft van de vrije dagen die er aan komen. Hoewel, niet iedereen is natuurlijk vrij in het weekend.

Ik fietste richting de stad en onderweg zag ik twee bejaarden op een bankje zitten. Beide een beetje onderuit gezakt, moe van de lange wandeling. De oude man had een grote neus. Zijn hoofd boog voorover alsof hij in slaap ging vallen. Heerlijk toch? Zo je eigen rust kunnen creëren midden in de drukte. Zijn vrouw vond het iets minder. Die zat ernaast en gaf hem een duwtje. Verschrikt keek de man omhoog. Het had iets liefdevols.

Zonet fietste ik eventjes naar de supermarkt. Daar is het op vrijdag ook topdrukte.
Veel jonge ouders met kinderen. Ik fietste op de terugweg achter zo’n jonge vader met zijn dochtertje voorop het stuur. “Pap wat gaan we vanavond eten? Vast iets gezonds! Met veel groenten!” “Haha dat weet ik niet, dat heeft mama bedacht en zullen we zo zien als we thuiszijn, ” zei de vader. Ik moest glimlachen. Toch overviel me ook een beetje een leeg gevoel, wat ik wel eens vaker heb als ik dit soort mooie taferelen zie zoals de jonge ouders en de bejaarde stelletjes.

Soms voel ik me dan ineens alleen en krijg ik een groot verlangen ook mijn eigen gezinnetje te hebben of een vriend met wie ik allemaal leuke dingen kan doen.

Niet dat ik het alleen niet naar mijn zin heb. Nee, dit is ook best prima. Ik doe genoeg met vrienden en mag ook graag de ruimte hebben te doen wat ik wil.

En als ik bedenk dat er meer mensen alleen zijn… Misschien zij die op straat leven of zij die 60 uur per week werken en niet eens weekend hebben.

Dan besef ik me weer, dat ik niet mag klagen.
En dat het eigenlijk wel erg mooi is.
Die vrijdagen voor de vrije dagen.

Treinblijheid

Hoe leuk kan een treinreis zijn! Vanavond was het zo’n leuke treinreis. Na twee gezellige dagen in Amsterdam bij een vriendin te zijn geweest, vertrok ik vanavond weer naar het mooie Groningen.

Vandaag was het optimale studeerklimaat in de trein. Geen kauwgomkauwende mensen in de buurt, geen kinderen die huilen, geen rare geuren. Nee, een rustige coupé met af en toe wat geroezemoes. Net toen ik een paar pagina’s had gelezen van mijn artikel, stroomde de trein vol met mensen. Een oud vrouwtje kwam naast me zitten. Gelijk begon ze met een praatje over het weer. Dat het weer vandaag zo goed was geweest, ondanks de regenvoorspellingen. Mevrouw had een leuke dag gehad bij familie in Amsterdam. We hadden een gezellig gesprek en mijn artikel verdween langzaam terug in de tas.

Ik vind het altijd zo fascinerend hoe je zo van het een op andere moment hele persoonlijke gesprekken met mensen kunt voeren die je niet kent. Vandaag was echt zo’n dag. Daarna kwam er namelijk een mevrouw naast me zitten die net terugkwam van een begrafenis. We hadden een gesprek over hoe mooi een begrafenis eigenlijk ook kan zijn; hoe jong diegene overleden was en hoe meer dit soort verhalen mij laten beseffen de dingen te gaan doen die ik wil. Niet wachten tot later.

Mooie gesprekken. We hebben gelachen, verwonderd en naar buiten gekeken.
Omdat er (lang leve de NS!) treinwerkzaamheden waren dit weekend, moesten we een stuk met een bus. Volgens mevrouw die ’s morgens al dezelfde route had afgelegd, was het prima geregeld met de bussen. Ik zei: ‘Ik volg u wel, u weet de weg!’ Zo stonden we samen tussen een hele grote groep mensen te dringen voor de bus. “Hier zijn nog twee plekken!” riep de buschauffeur. “Ja wij twee willen daar graag in!” Ik zwaaide naar de chauffeur en met de oudere vrouw op sleeptouw ging ik de bus in. De eerste de beste plek was voor haar. De plek die de buschauffeur voor mij had bedoeld, stond vol met tassen. De meneer die bij deze tassen hoorde deed erg moeilijk deze aan de kant te zetten, want ‘ze waren zo zwaar en alles kon eruit vallen’. Ik legde me erbij neer en zei dat ik wel in het gangpad ging zitten. We stonden toch achter in de bus en daar was een klein verhoginkje waar ik wel op kon zitten. Toen zat ik ineens tussen twee aardige brabanders.

“Nu mag je een wens doen!” was hun eerste reactie, want ik zat tussen twee jongens. We hadden het zo gezellig met elkaar. Ik stelde allerlei vragen, waar ze vandaan kwamen waarom ze naar Groningen gingen. Tot dat we bij het treinstation waren van waaruit we ons laatste stukje treinreis voortzetten. Daar ging ik weer even naast mevrouw zitten. Beide waren we blij dat we elkaar zo leuk gezelschap hadden gehouden in de trein. Om 21.00 kwam ik aan, ik zei doei tegen de brabanders en iedereen liep het perron op. “Fijne week nog en wie weet totziens!” riep de mevrouw. Toen ik bij mijn fiets aankwam en die rustig uit het rek haalde, overviel mij een gelukkig gevoel. Ik ging dan misschien nu wel alleen naar huis, maar voelde mij niet alleen.

Binnenkort maar weer eens met de trein!

Advies

Gek is dat eigenlijk hè, hoe makkelijk het is om advies te geven aan anderen. Vaak weet je voor een ander heel goed te verwoorden hoe zij iets aan moeten pakken. Soms probeer ik dat ook naar mezelf. De innerlijke kritische ik temmen en juist het positieve naar boven halen. “Kom op nu moet je het gewoon gaan doen en de wereld vergaat niet als het mislukt!” Dat werkt vaak wel.

Soms hebben mensen een beeld van je gevormd in de loop van de jaren. Ieder mens verandert en zo jijzelf ook. Als anderen dat oude beeld houden, raak je dan wel eens in botsing. Opmerkingen zoals ‘dat had ik nooit van jou verwacht!’ of ‘dat vind ik nou niets voor jou!’ zijn dan heel gewoon. Soms schrik ik daar van. Dan begin ik te twijfelen aan mezelf en denk ik: ‘Wat doe ik nu toch ook mal! Misschien hebben ze gelijk en is dat wel helemaal niets voor mij.’

Het boort een diepe onzekerheid in mezelf aan. Op zulke momenten ga je haast geloven wat de anderen jou vertellen, terwijl je diep in jezelf weet dat je het echt wel kan. De kunst is dan tegen jezelf te zeggen dat je het kan en er alsnog voor te gaan. Jij leeft jouw leven. Bovendien wanneer anderen jou in het hokje proberen te houden waar ze jou geplaatst hebben, kunnen zij zichzelf in zekere zin boven jou stellen.
Dat laat je toch niet gebeuren?

Vandaag gebeurde iets dergelijks met mij toen ik het over presenteren had.
Presenteren dat was niet iets wat ze achter mij zochten. Nee, neem dan schrijven. Dat zou beter bij mij passen.

Ik weet nog niet welke richting binnen mijn studie bij me past: presenteren of schrijven. Komende weken ga ik over beide richtingen iets leren en ervaring opdoen. Daar stap ik open in. Het is nooit te laat om iets te leren en presenteren lijkt me eigenlijk best leuk.

Zo lang je zelf gelooft in datgene wat je doet, gaan anderen dat uiteindelijk ook wel.

Dat is mijn advies in dit verhaal. 🙂

Het mooie intropraatje

Vanmorgen was het zover. Het eerste college van het jaar met natuurlijk een voorstelronde. We moesten onszelf omschrijven in één woord.
De docente had het nog niet gezegd of mijn hoofd begon al te tollen.
Hoe kon ik in zo’n kort tijdsbestek één woord vinden dat mij perfect zou omschrijven?
Ik wist het niet.
Vrij logisch ook, want ik kon niet rustig nadenken.
Dat heb ik nou altijd in dit soort nieuwe situaties.
Dan wil ik het zo graag goed doen, dat ik even kwijt ben hoe ik dat ook alweer kan doen, namelijk: gewoon mezelf zijn.
Ik bewonder hoe sommige mensen in zo’n kort tijdsbestek een praatje over zichzelf kunnen houden, zonder hakkelen of aarzelen. Alsof ze het van tevoren voorgeprogrammeerd in hun hoofd hebben en even het machientje aanzetten. “Hallo ik ben Kees en ik ga deze master doen, omdat ik…”
Nee, ik moet altijd even mijmeren.
Daar is niet altijd tijd voor in college.
Ze zouden het eens moeten aanschaffen: mijmertijd! Voor de creatieve oplossingen.
Er is ook niets mis mee, iets aarzelender over te komen.
Niet gelijk de juiste woorden te weten.
Ik hoop maar dat de docenten er doorheen kijken.
Dat zij ook wel weten, tijdens zo’n eerste bijeenkomst leer je niet iedereen gelijk kennen.

Sommige mensen omschreven zichzelf als een diesel die langzaam op gang komt en zich nu meer ontplooit of als een zoeker die niet zeker weet of dit nu de juiste keuze is wat betreft opleiding.
Dat stelde me gerust.
Mijn mededwarrelaars.

Nieuwe dingen

Nieuwe dingen zijn leuk, maar ook spannend. Volgende week begint een nieuw studiejaar. Het laatste studiejaar van mijn opleiding welteverstaan. Ik blijf het toch een raar idee vinden dat ik over een jaar klaar ben. Eerst de basisschool, dan de middelbare, dan studeren en wat dan? Het degelijke leven?
Dat is maar net wat je er zelf van maakt.

Misschien is het meer het afsluiten van het oude dat lastig is.
Het vertrouwde raak je kwijt. Even verloren, zoeken naar een nieuwe richting.
Vind ik een baan? Ga ik de langverwachte reis maken? Ga ik dan alleen of samen?
Ik kan er nu al eindeloos over fantaseren. Het liefst zou ik overal grip op hebben. Dat mag mijn controlfreakerige hoofd graag doen. Dat is niet altijd fijn, want juist op het moment dat je loslaat, komen er dingen op je pad.

Ik ben geïnteresseerd in zoveel verschillende dingen, dat ik soms door de bomen het bos niet meer zie. Zie daar een interessante schrijver of hé een cultureel project dat me aanspreekt, een prachtig natuurproject, maar ik wil ook graag nog een website ontwikkelen en muziek componeren.
En ohjee het is nog allemaal mogelijk ook!

Maar het is niet erg te zoeken.
Te dwarrelen van het ene naar het andere.
Het hoort bij het leven.
Misschien ook wel gewoon bij deze fase.
Nieuwe dingen dus.

Ik ga het volgende week maar gewoon op me af laten komen.